Vandaag zou ze 102 geworden zijn, mijn oma. Ik beschouwde haar als een tweede moeder, die er voor me was als mijn moeder er even niet voor me kon zijn. Vroeger kwamen mijn broer en ik er graag en veel. We fietsten er in mijn herinneringen al heen zodra we konden fietsen. Eerst met onze moeder. Ze duwde ons om en om voort tot we er waren. En wat later, ik denk al vanaf een jaar of zes, zeven, fietsten we er met z’n tweeën heen. Zo’n zeven kilometer met onze kleine beentjes.
De route voerde langs de meubelboulevard, autoshowrooms, het ziekenhuis, de drukke weg langs de begraafplaats en het spoor, over de grote brug langs de veevoerfabriek, de veemarkt en dan, dan waren we er bijna. Gingen we op onze pedalen staan om met al onze kracht een wedstrijdje te doen wie er het eerste was. Ik begon altijd te snel en moest dan de laatste meters uit m’n tenen halen om mijn broer bij te blijven. Want steevast won hij, maar nooit ruim. Zodra we onze fietsen in de tuin zetten, hoorden we m’n oma in de gang een telefoontje plegen: “Ze zijn er!” en dan plofte ik neer op het gras of op een stoel om weer op adem te komen en kwam oma aan met wat te drinken en lekkers.
Het was er altijd gezellig. Vaak kregen we soep, want oma had altijd soep. Mijn favoriet was tomatensoep, die niemand zo lekker kon maken als zij. Daarna gingen we spelletjes doen. Duizenden (kaartspelletje), Rummikub of Domino. Al speelden we verreweg het meest kaart. En opa deed meestal ook mee. Want ja, ook opa was er bijna altijd. En als hij er niet was, kwam hij tijdens ons bezoek aanfietsen. Dan was hij op z’n landje geweest, kwam terug van een struintocht of van z’n wekelijkse fietstocht langs de diverse supermarkten in de wijde omgeving waar hij op aanbiedingenjacht was geweest.
Na het kaarten hielpen we oma en opa graag met klusjes. Zoals bonen rengen* in de tuin. Heel veel bonen. De oogst van opa’s landje. Elke gerengde boon ging in een wasmand water. Als klein meisje liet ik ze er graag in rondkolken. Vervolgens ging de grote hoeveelheid oogst via een standaardvolgorde door oma’s keuken als ware het een fabriekskeuken. De grote pan ging op het vuur en zodra het water kookte gingen de bonen erin. Even maar om vervolgens in een emmer water af te koelen en dan mochten wij ze wegen en in zakjes doen. Tientallen zakjes. 500 gram per stuk. Ik weet nog hoe lekker die geblancheerde bonen smaakten en hoeveel mijn broer en ik er dan ondertussen van snoepten. Zodra wij de bonen in zakjes hadden gedaan, bracht opa ze naar de vriezer in het kleine schuurtje. Een machtig mooi proces vond ik dat.
![](https://lanterfladder.nl/wp-content/uploads/2023/08/IMG_20230808_082556-1-1024x685.jpg)
‘Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen’
Oma
Oma maakte ook elke zomer jam. Dan had opa op de markt een aantal kratten aardbeien op de kop getikt voor een mooi prijsje en toverde oma ze om tot een heerlijke, zoete, dunne jam. En één zomer maakten opa en oma dekbedden. In mijn beleving voor de hele familie. Ik kreeg er in elk geval één en mijn ouders en mijn broer ook. Ik weet nog hoe we toen in de tuin zaten om de wol van de schapen van Ome Tien en Tante Miet om te toveren tot dekbedden. Alles rook naar schaap en het was een enorme klus. Grote vuilniszakken vol wol lagen rondom ons. We kamden de plukken wol tot ze fijn genoeg waren om verwerkt te worden. Jarenlang heb ik onder dat zelfgemaakte dekbed geslapen. En volgens mij hebben mijn ouders ze nog steeds.
Ik hield van mijn oma. En van mijn opa. Van hun gebed voor en na elke maaltijd, van de logeerpartijen daar, de zachtgekookte eitjes, de dropjes uit de tweede la, de kwatta (chocola) uit het witte schaaltje in de servieskast en van mijn oma’s liefde voor ‘Ons lief vrouwke’. Maria, aan wie ze schietgebedjes richtte, aan wie ze om bescherming vroeg voor haar en haar dierbaren. Want oma was erg gelovig. Al had ik het idee dat Maria veel belangrijker voor haar was dan ‘Onze lieve heer’ en Jezus.
![](https://lanterfladder.nl/wp-content/uploads/2023/08/IMG_20230109_155315-1-768x1024.jpg)
De wijsheden die oma me tijdens mijn jeugd heeft bijgebracht, neem ik met mij mee. Net als haar woorden. ‘Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen’ was een gevleugelde uitspraak van haar. Net als ‘Veel geven en weinig nemen’ wat volgens mij ook haar lijfspreuk was. En veel geven deed ze. Niet alleen liefde. Maar ook de dingen die ze met liefde had ingemaakt, verwerkt of gemaakt: jam, bonen of overheerlijke soep.
*Zo noemen ze dat in mijn familie. Geen idee hoe anderen het noemen, maar het is puntjes van de bonen snijden.
13 reacties op “Ode aan mijn oma”
Jouw herinneringen als kleindochter hebben veel overeenkomsten met die van mij als dochter☺️
Wat leuk om te lezen. En ik kan het me ook helemaal voorstellen. Zo ging het leven bij hen. Altijd in de weer, zomers in de tuin en in de keuken. ’s Winters in de woonkamer. En dan met het vertrouwde getik van de breinaalden als ze een kleed maakte of een mooie warme trui.
Wat een herkenbare herinneringen! Prachtig verwoord en ik waan me even terug als klein meisje.
Wat een herkenbare herinneringen! Prachtig verwoord en ik waan me even terug als klein meisje.
Fijn om te lezen. Dankjewel Petra. En als ik aan oma denk, denk ik ook altijd aan de fijne momenten die ik met jou had bij hen. Samen boven spelen op de hometrainer, in de tuin, ijsjes eten en zoveel meer. We hebben echt zo’n fijne tijd gehad bij hen en met hen. Daar ben ik zo dankbaar voor.
Herkenbare herinneringen, maar dan aan mijn moeder. Zij had ook voor elke spreuk wel een vervolg met een knipoog. Zo kwam er na: ‘Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen’ steevast: ‘En wie niet op verschonen let, krijgt luizen als kamelen.’
Maar eh… is vlijt niet met een lange ‘ij’? 😉
Hahaha, dat is een mooie Hanneke! Luizen als kamelen 😉
En oeps… ja, vlijt is met lange ij! Ik pas het aan! Dank!
Geweldig en zp herkenbaar. Het rengen verhuisde op een gegeven moment naar ons weet ik nog, rengen onder t afdak. Wasmanden in de keuken.. en de hele winter bonen..
O, dat kan ik me helemaal voorstellen! Zeker in zo’n regenzomer zoals deze! Die waren er vroeger natuurlijk ook genoeg. Jullie hadden inderdaad een heerlijk afdak om buiten te zijn en droog te blijven.
Ik heb nu zelf ook bonen in mijn moestuin. Zo’n oogst als die van opa heb ik helaas niet… Bij mij zijn de slakken erg gulzig (zie eerdere blog). Zondag maakte ik ze klaar en de smaak was precies als vroeger. En dan ben ik meteen weer terug in die keuken. Heerlijk!
Onze bonen in de moestuin zijn en erfenis van de vorige eigenaar, maar helaas willen die niet zo. Wel sla, courgettes, pepers, paprika geoogst. Tomaten moeten nog wat kleuren. We hebben een grote moestuin met 2 vrienden, zo is er altijd wel iemand die ff kan gaan. Het slakken probleem hebben wij helaas ook, zo balen
Oh, heerlijk! Dat klinkt goed! Behalve die slakken dan. Gelukkig is dat dan weer voer voor Egeltjes 😉
Wat een mooie herinnering aan mama, oma. Je ziet het allemaal weer zo voor je. Het waren ook mooie en leuke dingen die vaak samen gedaan werden.
Dankje, Hanny! Fijn dat het voor jou ook zo herkenbaar is!