Een nieuwe baan brengt een nieuw ritme met zich mee. Een ritme dat voor het thuisfront fijn en overzichtelijk is, maar waaraan ik zelf nog wel even moet wennen. Mijn schrijfdagen en schrijfmomenten zijn verschoven en het ritme voor de klusjes in en rond het huis heb ik nog niet helemaal gevonden. Dat zal ook nog wel even duren, want de zomervakantie van de kinderen staat voor de deur. Toch maak ik me geen zorgen. Ik geniet vooral van het vinden van het ritme; van de nieuwe werkzaamheden, de verschillende werkplekken en het kennismaken met de nieuwe collega’s en samenwerkingspartners.
Waar ik sinds mijn nieuwe baan volop van geniet? Van het werk dat vaak op loop- en fietsafstand is. Van mijn eigen provincie beter leren kennen. Van over prachtige weggetjes rijden; fietsen door een groen landschap met bossen en weidevelden. Van vogels horen fluiten, genieten van de aanblik van koeien die staan te herkauwen, schapen die grazen en paarden die me aanstaren als ik voorbij fiets. Van de bermbloemen die overal langs de weg hun prachtige kleuren tentoonspreiden. En natuurlijk van de mooie gesprekken die ik met collega’s en onze samenwerkingspartners heb om de missie tot een succes te maken. Dat alles maakt dat ik ontspannen aan mijn werkdag begin en hem ontspannen beëindig.
Ik geniet vooral van het vinden van een ritme
Bovendien geeft de missie van mijn nieuwe baan me een goed gevoel. Het met elkaar ervoor zorgen dat iedereen kan meedoen in een samenleving die steeds meer digitale vaardigheden van ons vraagt. Mogelijkheden en kansen zijn er te over, maar uitsluiting ligt op de loer als de digitale wereld als een jas past bij een bedrijf of instelling en het gros van de klanten, cliënten of patiënten. Dan is het bijna ondenkbaar dat iets dat zo vanzelfsprekend is – zoals digitaal betalen – drempels en blokkades kan opwerpen. Die drempels en blokkades zichtbaar maken én wegnemen, is waar ik me mee bezig mag houden.
En het schrijven? Dat doe ik nog steeds met veel plezier. Het schrijfritme begint weer te komen, mijn boek ontwikkelt zich steeds verder en als ik er goed inzit, komen de woorden vanzelf. De planning? Die laat ik lekker even los. Het boek komt er. Dat staat als een paal boven water.