![](https://lanterfladder.nl/wp-content/uploads/2022/04/IMG-20220318-WA0000-1-768x1024.jpg)
Foto: Paul van Tongeren
Wie de wereld van het nationaal archief in Den Haag binnenstapt, waant zich direct in een andere wereld. Eén van rust en stilte. En van duidelijke regels die strak worden gehandhaafd. Potlood met gummetje mee? Achterlaten bij de bewaker. Een schrijfmapje mee met ogenschijnlijk onduidelijke papieren? Toch maar even in een kluisje stoppen en alleen losse, lege blaadjes meenemen. Eenmaal in de studiezaal ben ik best een beetje zenuwachtig. Zal ik de antwoorden krijgen op mijn vragen?
Helaas zijn we – mijn vader en ik – wat later dan gepland en moeten we opschieten met het doorworstelen van alle dozen. M’n vader neemt de doos met alle gegevens over opa’s diensttijd voor zijn rekening en ik worstel de bakken door met daarin alle geregistreerde beroepen van de Indische bevolking van vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Gespannen en verwachtingsvol wandelen mijn vingers door de kaartenbak. Hier hoop ik het antwoord te vinden op een vraag die me bezig houdt: Wat voor werk had de vader van mijn oma? De goede man overleed toen mijn oma, de jongste van vijf kinderen, nog geen jaar oud was. Haar moeder heeft nooit een betaalde baan gehad, maar oma sprak altijd met veel genegenheid over hun drie bedienden. Waar betaalden ze die mensen van? Van een weduwenpensioen? Uit de opbrengst van aandelen? Uit haar eigen erfenis?
Met een hoofd vol informatie én nog meer vragen, verlaten we het archief
Natuurlijk hoop ik ook te lezen dat oma inderdaad redacteur was van het Soerabaijasch Handelsblad. De kaartjes van mijn oma en haar vader zitten bij de HA…van Van Haastert. Tot mijn grote frustratie missen in de kaartenbak precies alle kaartjes van personen tussen de beginletters vanaf FE tot HE. Ik laat het er niet bij zitten en ga naar de informatiebalie om te vragen waarom de kaartjes ontbreken. Ik hoor dat de kaartjes jaren geleden zijn geordend door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en dat er misschien fouten zijn gemaakt bij het archiveren. Ze adviseren me alle kaartenbakken op te vragen en ze stuk voor stuk door te nemen. Behoorlijk tijdrovend, maar ik besluit het te doen. Eenmaal bij de M, die handgeschreven soms erg op een H lijkt, krijg ik weer hoop, maar helaas…
Ondertussen is mijn vader op stukken gestuit over mijn opa en zijn diensttijd in Indië. We lezen meer dan we ooit geweten hebben. Zo ontdekken we dat opa in 1942 piloot was en aangesteld was als vliegveldvernieler. Een fascinerend feitje. Verder lezen we z’n schoenmaat, broekmaat en petmaat en leren we dat hij een driehoekig litteken op het midden van zijn voorhoofd had. Bovendien vinden we waar opa van 1945 tot 1950 werd ingezet en wat voor taken hij vervulde.
Over mijn oma vinden we veel minder. Ergens ook logisch, want ook Indië was in die tijd vooral een mannenmaatschappij. We hebben onze hoop gevestigd op stukken met een A-classificatie. Dat zijn stukken die je mag bekijken, maar waar je geen foto’s van mag maken. Het voelt spannend. Spannend omdat ik heel veel hoop op deze stukken heb en niet goed weet wat ik kan verwachten. Als we in de bak eindelijk een kaartje met haar naam vinden, gloort mijn hoop op. Maar helaas, alles wat we daarop vinden, weten we al. Geboortedatum, woonplaats, echtgenote van…. Snel draai ik haar kaartje om. Want bij sommige andere mensen stond achterop een enorm verhaal gekrabbeld. Helaas niet bij oma. Het enige nieuwe op het kaartje is een nummer. Een enorme domper, maar dan ineens bedenk ik me dat het een dossiernummer moet zijn en dat we dat kunnen laten opzoeken in het archief. Wandelrennend ga ik naar de informatiebalie. Onderweg zie ik dat het al tien voor vier is. Tot vier uur worden er nieuwe stukken uit het archief gehaald. Zouden ze het nog voor me willen pakken?
De dame bij de informatiebalie werkt er nog maar net en heeft veel tijd nodig om uit te vinden wat ik nodig heb. Ze krijgt de aanvraag om 16:20 uur rond. Twintig minuten te laat. Ik hoop dat ze het toch voor me klaarleggen. Ondertussen worstelen we de andere dozen door. Om 16:50 uur krijgen we eindelijk het dossier van het nummer dat op het kaartje stond. Het is er ook een met een A-classificatie. Ik kijk er verwonderd naar. Het is dun en er staan alleen de namen van mijn oma, haar moeder en mijn oma’s oma op. Een mapje met informatie over maar drie personen. Het roept meer vragen op, dan er antwoorden in te vinden zijn. Maar ik krijg uiteindelijk wel antwoord op een vraag waar ik het antwoord tot op heden niet op vinden kon: waar was oma van 1942 tot 1945?
En terwijl ik het dossier lees, verbaas ik me erover dat mijn oma daar alleen met haar moeder en haar oma was. Niet met haar zussen, waar we altijd vanuit gingen. Ik wil er het liefst nogmaals goed naar kijken – of liever nog, tegen de regels in de stukken fotograferen – maar dat kan niet. Het archief sluit en mijn vader en ik moeten de stukken inleveren. Met een hoofd vol informatie én nog meer vragen, verlaten we het archief. Tevreden maar nog lang niet klaar.
Blog in je mailbox?
Elke dinsdag plaats ik een nieuwe blog. Wil jij hem als eerste lezen? Laat dan even je naam en e-mailadres achter. Dan ontvang je mijn blog elke dinsdag in je mailbox.